| 17-11-2020 |
Maandagavond heb ik 2,5 uur gekeken en geluisterd naar de presentatie van de bezuinigingsvoorstellen van het college van B&W. Samengevat in het voorstel “ 1e Begrotingswijziging 2021”. Ik heb niets gezegd, niets gevraagd, alleen maar geluisterd en toegekeken.
En mij afgevraagd: waar is de schaamte? Waar is het schuldgevoel? Waar is het gevoel voor verantwoordelijkheid voor wat gebeurd is? Waar is de zoektocht naar de waarheid?
Ik ben aan dit stuk begonnen, 24 uur nadat ik in het artikel in BNdeStem had gelezen over de voorgenomen bezuinigingen. 24 uur waarin ik veel gebeld ben en aangesproken. Bijna iedereen was boos, verontwaardigd en/of verwijtend. “Die politici!” Verwijten is makkelijk maar deels ook terecht. De burgers die mij aanspraken keken niet één keer in hun eigen spiegel. Op wie of welke partij hadden zij de afgelopen dertig jaar gestemd? Wat waren hun motieven om op die persoon of die partij te stemmen? De mooie woorden of beloften zoals die bijvoorbeeld van een lage belasting? De fraaie kapsels van de dames en heren politici? De vermeende integriteit? De geschilderde vergezichten? De visies die slechts dromen waren van ambitieuze meisjes en jongens?
Het mooie van het kiezer zijn is: je bent en blijft anoniem. Je wast je handen in onschuld. Maar is dat zo? Hoewel ik vaak gewaarschuwd heb voor de mogelijke financiële gevolgen van besluiten stond ook ik erbij en keek ernaar. Ik heb mede gefaald omdat ik noch de kiezer noch mijn collega’s kon overtuigen dat het anders kon en moest.
Het principe van de ‘erfzonde’ wijs ik af. Toch verwacht ik van de opvolgers van de politici die de zondes begingen enig besef van verantwoordelijkheid: je hebt door op de lijst van een partij te gaan staan in mijn beleving de geschiedenis van die club aanvaard. Dan past enige schaamte, enig berouw voor de daden van je voorgangers. Ik zag het niet. Integendeel, ik zag bij een enkeling trots en vastberadenheid om de partij-idealen van een kleine overheid van een grotendeels geprivatiseerde samenleving te gaan bereiken. De nachtwakerstaat. Mis nooit een kans! Zag ik hem denken.
In mijn hart groeide de frustratie. Geen enkel bewustzijn van schuld en boete want op de puinhopen waar zijn partij medeverantwoordelijk voor is, blinkt de overwinning op die linkse rakkers. Met slechts één minpuntje die vermaledijde belastingverhoging, maar ach die is maar tijdelijk, is dan de (door mij geziene) neoliberale gedachte. Vergeten is dat in opdracht en verantwoordelijkheid van een wethouder van de ‘liberale’ partij die verlieslatende plannen (De Bergse Haven en de Markizaten) werden gemaakt. Vergeten is dat die liberale partij jaren lang de portefeuille financiën beheerde. Bij de raadverkiezingen in 2018 kon een vertegenwoordiger van die liberale partij nog beweren “dat ze een wethouder voorgebracht hadden die de financiën weer op orde had gebracht en dat we op weg gingen naar betere tijden.” Politieke dementie noem ik dat.
Schuld en boete/Misdaad en straf van Fjodor Michajlovitsj Dostojevski stond in de boekenkast van mijn moeder. Dit boek moest ik lezen van mijn moeder. Ik moest beseffen dat je daden gevolgen kunnen hebben, die anderen kunnen schaden. Je moest verantwoordelijkheid nemen voor je daden. Daden brachten eer, maar ook schuld en schaamte. De eer kent vele vaders, bij de schuld en schaamte kijkt men liever even niet in de spiegel.
Ik ben niet op zoek naar een guillotine en er hoeft ook geen Maximilien de Robespierre op te staan. Noch ben ik voor de oprichting van een schandpaal voor het stadhuis. De rotte eieren en rotte tomaten mogen in de mandjes blijven. Maar ben ik alleen in mijn schuldgevoel en mijn behoefte en verlangen dat ook bij de collega’s te willen zien?
In maart 2014 richtte ik mij via een brief tot de Koning der Nederlanden waarin ik punt voor punt aangaf wat fout ging in gemeenten en in Bergen op Zoom in het bijzonder, mijn veroordeling incluis. Zonder effect.
Ik trok in maart 2014 wel een aantal conclusies. Ik stuurde de onderscheidingstekenen van het in 2003 verleende Ridderschap in de orde van Oranje Nassau terug. In die brief aan de Minister van Binnenlandse Zaken schreef ik onder andere; “Wat nog meer pijn doet is dat degenen die de gemeente, die ik met mijn ziel en zaligheid 28 jaar heb proberen te dienen, financieel geruïneerd hebben allen, veelal gedecoreerd, verder zijn getrokken naar andere bestuurlijke functies zonder verantwoording af te leggen in de daartoe geëigende organen. Zij werden middels Koninklijke Besluiten tot burgemeesters en zelfs tot Commissaris van de Koning benoemd.”
De afgelopen maanden en zeker de afgelopen week en dagen ben ik bevestigd in mijn denken dat eer, en het bewustzijn van schuld en boete in de huidige politieke cultuur ver te zoeken zijn.
Ben ik gefrustreerd? JA. Ik zou de daders, de verantwoordelijken graag hun medailles, eretekenen en ereburgerschappen afnemen. Zij zouden uit zich zelve verantwoording af kunnen leggen. Bijvoorbeeld hoe één hunner terwijl het ambtelijk advies was (zo bleek uit mijn onderzoek): “betaal hooguit 30 à 35 miljoen voor Nedalco” 72,2 miljoen kon bieden en de raad niet volledig informeren. Lees en huiver bij het lezen van het dossier Bergse Haven. Ik huil en heb mij zelf voorgenomen afstand te houden. Niet alleen de 1,5 meter maar ook mentaal. Ik wil niet meer blootgesteld worden aan loftuitingen en welkomwoorden aan hun adres. Na 34 jaar boerenmaaltijden ga ik daar niet meer naar toe. Ik kan het niet meer opbrengen een aantal daders in de ogen te kijken en te genieten van wat daarna komt. Dan plakt de levertraan te erg. Ik ben teveel mens en te weinig ‘politicus’. Mijn vader heeft mij, bij leven, de inhoud van het begrip eer bijgebracht, mijn moeder heeft mij de waarden bijgebracht van verantwoording en schuld en de daaraan onlosmakelijk verbonden boetedoening. De levertraan plakt.
Louis van der Kallen.