MOREEL LEIDERSCHAP GEVRAAGD
In het VNG magazine van 5 april 2019 staat een lezenswaardig interview met Alex Brenninkmeijer met de titel “Moreel leiderschap gevraagd”. Door het wegvallen van de vaste ijkpunten (geloof en politieke stromingen) is er een tanend vertrouwen in politici. Zelf constateer ik al jaren dat er nauwelijks nog politici zijn met een maatschappijvisie en daarop gebaseerde vaste uitgangspunten. Elders in het zelfde magazine stelt Jantine Kriens: “Tegenwoordig werken politieke partijen volgens marketingprincipes. Ze willen zich onderscheiden van andere partijen door te focussen op eigenbelang.” Al jaren vergroten partijen het eigenbelang uit. De maatschappij als geheel lijkt wel volstrekt ondergesneeuwd door de bundeling van eigenbelangen met voorbeelden als 50plus voor de ouderen, de VVD als auto partij of als partij voor de ondernemers. ‘Kom bij ons voor de laagste belastingen’, het ultieme eigenbelang! Ook het ‘hier’ en ‘nu’ zijn in de plaats getreden van ‘voor de toekomst’. Waar is het leiderschap gebaseerd op morele waarden zoals de waarheid, eerlijkheid, oprechtheid en onbaatzuchtigheid? Ook politieke partijen zijn steeds meer voor het eigenbelang, van zichzelf en de individuele kiezer, gegaan. Verkiezingen zijn het onbeschaamd etaleren van (eigen)belangen geworden. Liegen is, samen met onrealistische beloften doen, standaard geworden. Stemwijzers zijn, in mijn ervaringswereld van het waterschap en de gemeente, een instrument van en voor misleiding geworden. In 2015 schreef ik over mijn verbijsterende ervaringen op een stellingen conferentie voor een stemwijzer, waar een politicoloog van naam, André Krouwel, universitair hoofddocent, verbonden aan de afdeling politicologie van de Vrije Universiteit te Amsterdam, het straffeloos liegen of tegenstrijdige uitspraken doen in stemwijzers afdeed met de ‘wetenschappelijke’ verklaring “dat partijen en politici mogen dromen”.
Voor mij is het helder dat het tanende vertrouwen in politici al lang wantrouwen is geworden. Liegende politici zijn door de burgers al lang geaccepteerd. In de ogen van de burger is dat een aanvaarde waarheid geworden. Ze doen het allemaal! Of toch niet? Waarom heeft de Christen Unie van de regeringspartijen als enige niet verloren? Misschien wel omdat zij als enige nog restanten tonen van moreel leiderschap en het handhaven van voor hen principiële waarden. Partijen denken nog steeds dat als ze maar mooie partijprogramma’s maken en prachtige bestuursakkoorden op papier zetten het afdoende is. Maar voor mij blijkt moreel leiderschap uit wat je feitelijk doet. Geen woorden maar daden.
Ieder streven naar correctheden lijkt verdwenen. De taal in de politieke arena’s is verruwd op een wijze die 30 of 40 jaar geleden ondenkbaar zou zijn. Als voorbeeld mijn eigen ervaring toen ik pas raadslid was geworden (1986). Op enig moment werd ik door de voorzitter (burgemeester Pieter Zevenbergen) tot de orde geroepen. Mijn bijdrage zou niet opgenomen worden in de notulen! Ik wist op dat moment bij God niet wat ik had fout gedaan. Na de vergadering thuis gekomen heb ik woord voor woord getracht mijn uit het hoofd verhaal te reconstrueren en woord voor woord op te zoeken in ‘De Dikke van Dale’. Mijn ‘zonde’ bleek het woord “kulargument”! Zoek maar eens op waar het woord “kul” voor staat. Niet in een Bergs woordenboek, want daar staat het voor jongetje, maar in de van Dale. Die ervaring heeft mij tot de dag van vandaag geleerd respectvol te zijn ten opzichte van mijn collega’s waarmee ik wel eens van mening verschil. Politici van vandaag schijnen dat soort leermeesters niet meer tegen te komen. Zij remmen de burgerij dan ook niet meer af, wat heeft geleid tot het sociale media adagium: wie niet voor mij is, is mijn tegenstander, dus mijn vijand.
Mijn laatste frustratie is het opkomende free-rider gedrag. Waarom zou ik voor iets (mee)betalen? Ook onder politici/bestuurders is dat aanvaardbaar geworden. Geen wonder dat belastingontduiking/-vermijding voor velen heel gewoon is geworden. Ieder gevoel voor maatschappelijk gedrag lijkt weg te vloeien uit de samenleving. Waarom? Er is nog nauwelijks moreel leiderschap, niet bij politici en niet bij de leiders in het bedrijfsleven. Dat was, zoals ik het vroeger ervaren heb, anders. De reden? Geld en de vraag ‘wat schuift het?’.
Louis van der Kallen