2012 SHETLAND EILANDEN

 

    


5 mei
Vandaag in alle vroegte met Alexander in de KA vertrokken naar Schiphol. Onderweg veel regen, die na het parkeren op de P3 (langparkeren) verminderde. We hebben ons verbaasd over het ‘nieuwe’ inchecken, maar uiteindelijk lukte het wel en leverden we onze koffers in. Na wat rondhangen op Schiphol, stapten we in voor onze vlucht met KLM Cityhopper naar Edinburgh met een Embraer 190. De vlucht vertrok op tijd en kwam op tijd aan. Hoewel koel was het weer prachtig, de zon kwam geregeld door de wolken. Toen begon het stressen. Hoe moesten we over stappen en zouden onze koffers wel automatisch doorgaan naar de andere vlucht. Op het vliegveld van Edinburgh was niet alles zo logisch geregeld als op ons eigen Schiphol. Op de borden wel een vermelding van de vlucht naar Sumburgh (het vliegveldje van de Shetland eilanden maar geen vermelding van de gate! Uiteindelijk vonden we het op tijd. We bleken niet met FlyBE te vliegen maar met Loganair een regionale Schots maatschappijtje. We vlogen met een Saab SF 340A/340B en met bijna 30 medereizigers was het toestel bijna vol. Ook deze vlucht vertrok op tijd en kwam op tijd aan. Het geluid van de motoren was voor mijn gevoel oorverdovend. Het was dan ook een verademing toen we aankwamen en de rust in onze oren weerkeerde. Nog nooit hadden we zo snel onze koffers. Binnen enkele minuten waren ze er en was iedereen verdwenen. Omdat we eerst even naar de WC waren geweest, ontdekten wij als laatsten dat het auto verhuurbedrijf (Avis Bolts Car Hire) zich niet in de vertrek/aankomsthal bevond, maar dat er een mevrouw stond met een bord met onder andere onze naam er op. We werden in een busje geladen en gingen in een razend tempo rond het gehele vliegveld om aan de achterzijde afgeleverd te worden bij een container waar Avis Bolts Car Hire is gevestigd en we snel aan de sleutels werden geholpen van onze gloed nieuwe knal rode Kia Picanto. We kregen een voorschrift mee voor het afleveren van de auto. Dat kon gewoon aan de voorzijde van het vliegveld bij de vertrek/aankomsthal met de instructie: “Leave the keys on te sun-visor and DO NOT lock the car”. Dat zal in Nederland niet zo snel het aflevervoorschrift zijn!
Na enige gestuntel lukte het om met de auto weg te rijden en ik koos zeer bewust voor de in mijn ogen verkeerde kant van de weg. We gingen links rijden. Binnen de eerste vijfhonderd meter kwam de eerste verrassing we kruisten met de auto de start- en landingsbaan en kwamen daarbij een stoplicht tegen. Ik keek toch heel bewust of ik op de baan of in de lucht iets zag aankomen. Dat bleek niet het geval en zo reed ik voor het eerst van mijn leven zelf over een landingsbaan. 

 

En zo stonden we midden op de landingsbaan met onze auto

Het links rijden is voor mij een vreemde gewaarwording. Afslaan is een denkproces maar het lukte en we kwamen veilig in Lerwick aan, vonden een parkeerplek en gingen op zoek naar een supermarkt en het toeristenbureautje. We wuifden via een webcam naar Ank. In het toeristenbureautje hoorden we “geen actuele opgravingen” gebrek aan geld, jammer voor Alexander, dus geen nieuwe ervaringen in den vreemde. Uiteindelijk kwamen we ook een minimarket tegen en deden we wat boodschappen. Ten opzichte van de prijzen thuis, was alles in onze ogen duur. De complimenten aan onze eigen Jumbo. We vervolgden de route naar ons gehuurde huisje in Lower Voe. The Picking Shed troffen we in goede orde aan met de sleutel op de deur. Maar dat was overbodig, want wij kregen de deur, zo bleek later, niet op slot.

shetland02

Het rode huis met zwarte dak links is de komende 14 dagen ons thuis

Na veel getob kregen we de Wi-Fi verbinding aan de praat en waren we ook via internet verbonden met de rest van de wereld en met thuis (Ank). De inrichting van het huisje was knus en heel persoonlijk. Wat opviel waren de vele schilderijen van schepen en beelden/landschappen van de Faeröer eilanden. Dus de goede herinneringen aan onze vorige vakanties op de Faroër kregen we erbij. Omstreeks zes uur gingen we eten in het restaurant op een minuut lopen bij ons vandaan, het Pierhead Restaurant. Officieel was het restaurantgedeelte op de bovenverdieping. Daar aangekomen was het leeg en koud. Al snel kwam een vrouw ons vertellen dat het eten geserveerd werd op de begane grond. Het cafégedeelte was warmer en ooit ingericht en nauwelijks onderhouden. Wat opviel was de grote antieke brandkast waarin zo bleek de boekhouding werd opgeborgen. De kaart was sober en bevatte tot teleurstelling van Alexander geen lam. De prijzen waren naar onze begrippen laag. We kozen als voorgerecht een garnalensalade (circa 6 euro), die voldeed aan de verwachtingen. Het betrof een lokale garnaal die het midden houdt tussen de Noorse en onze Hollandse garnaal. Alexander koos als hoofdgerecht mosselen en ik kabeljauw. De mosselen (lokaal gekweekt door onze huisbaas) smaakten uitstekend, vooral de ‘saus’ een soort soep, was bij Alexander favoriet. Mijn kabeljauw was zeker vers en vooral groot. De korst was heel lekker. Beide gerechten waren circa 10 euro geprijsd. De drankjes cola en seven-up kosten 1,15 euro. De malt whiskey Highlander Park was nog geen drie euro, ook een koopje. Al met al waren we 34 pond kwijt (ongeveer 38 euro). Niet te veel geld voor een maaltijd in een café met mannen die, deels in ketelpak en kaplaarzen, zo van hun werk kwamen en deels een taal spraken waar wij vrijwel geen Engels in herkenden.

Natuurlijk zijn er Shetland pony's op de Shetland eilanden

Natuurlijk zijn er Shetland pony’s op de Shetland eilanden

16 mei
Vandaag zou het weer bar en boos worden. We hadden ons programma daar op afgesteld. Eerst zou Alexander uitslapen. Daarna werd het een museumdag. Voordat we weggingen kwam de huisbaas nog langs om te vragen of alles OK was? We memoreerden het slot. Hij demonstreerde hoe de deur wel op slot kon. Door slijtage was de deur gaan verhangen, maar met de juiste krachtige ruk omhoog kon de boel op slot gedraaid worden; dat bleek het geval. Hij bleek ook een kunstenaar met brede talenten. Veel van de schilderijen is ons huisje bleken van zijn hand waaronder alle van de Faeröer eilanden. Geïnspireerd door ons enthousiasme kwam hij op het idee ons meer van zijn werk te laten zien en nodigde ons uit op de zolder van het huis. Het luik daar naartoe was ons nog niet opgevallen. We kregen een inkijk in zijn werk: schilderijen en aardewerk. Zeker het aardewerk was knap, veel dieren uit de omgeving en vikingen. In zijn werkplaats was nog meer te bewonderen. Wij beloofden een keer te komen kijken. 
Daarna vertrokken we naar het Shetland museum in Lerwick. Het museum bleek gratis en de collectie en de wijze van uitstalling bleek van top kwaliteit. Menig museum in Nederland kan er iets van leren, De presentatie over de geologisch, archeologische, culturele, economische en sociale geschiedenis was zeker de moeite waard. Alexander schafte, net als gisteren, bij het bureau voor toerisme weer een stapeltje archeologische boeken aan Bij navraag in het museum of ze iets wisten over actuele opgravingen werden we verwezen naar de erfgoed organisatie die actief is op de eilanden. Ook werd uitgelegd hoe daar te komen. Het was een korte wandeling langs de haven. Ter plaatse was een lokale archeoloog graag bereid Alexander uitleg te geven en we kregen een kaartje mee waarop de locatie, en hoe er te komen, was aangegeven.
Om zes uur gingen we naar de Pierhead, maar de kok kon het werk wegens een grote groep op de eerste verdieping niet aan. Het verzoek was kom over 5 kwartier terug. Dat deden we graag.
Alexander ging wandelen naar de kerkruïne aan de overkant van de Voe waarop wij vanuit ons huisje uitkijken. Om kwart voor acht gingen we weer richting Pierhead. Als voorgerecht namen we allebei gefrituurde kipstrookjes met chili saus. Het smaakte goed en was de prijs zeker waard. Als hoofdgerecht nam Alexander gepaneerde gamba’s die hij zich goed liet smaken. Ik koos voor een kip-curry. Voor mij iets te sterk gekruid. Alexander snoepte er van mee en vond het lekker. Hij dronk bij het eten een pint Strongbow, ik nam een halve pint van dat appelgoedje. Als dessert nam Alexander weer een schotse Whiskey nu een Mcallen. Dat allemaal voor nog geen 40 euro.

17 mei
De dag begon met mooi weer. Toen ik om 5.00 uur opstond was het een en al zonneschijn. Tegen 8.00 uur betrok de lucht en regende het soms een beetje. Om circa 10.30 uur vertrokken wij naar het zuiden in de gedachte de Old Scatness opgraving en Jarlshof te bezoeken. Op de heenweg probeerden we tevergeefs de Broch of Burraland en de Levenwick Broch te vinden. Bij de eerste kwamen we via de openbare weg niet in de buurt. Toen we het later op de iPad opzochten bleek dat we op twee plaatsen over een hek hadden moeten klimmen om een pad te volgen naar de broch. De broch bij Levenwick hebben we niet aangetroffen mogelijk is hij als zodanig, voor de relatieve leken die wij zijn, niet herkenbaar.

Zicht op Sandwick

Zicht op Sandwick

Daarna gingen we door naar de Old Scatness. Tot onze teleurstelling bleek deze opgraving tot 27 mei gesloten. Gelukkig kunnen we deze dus voor ons vertrek toch nog gaan bekijken. Jarlshof was wel open. De site is een beleving! 5000 jaar geschiedenis in beeld gebracht met de restanten van de behuizingen die de mensen toen bouwden. De 5,50 pond toegangsprijs zeker waard. Ook hier werden weer wat archeologische boeken aangeschaft. We spraken uitgebreid met de beheerder, de heer Steven Dockrill. Alexander herkende hem van TV- afleveringen van time team. Op het einde van ons bezoek aan Jarlshof wachtte ons nog een verrassing in de regen dook een televisieploeg op die een uitzending ging maken over de ‘Noorse’ longhouses ter plaatse. De programmaleider was de schot Neil Oliver die bekend is van het BBC programma over de schotse kusten en de serie over de geschiedenis van Schotland.

Archeoloog, historicus en BBC TC presentator Neil Oliver hier huis uit de vroege IJzertijd in Jarlshof voor opnamen van een nieuwe aflevering van "The History of Schotland".

Archeoloog, historicus en BBC TC presentator Neil Oliver hier huis uit de vroege IJzertijd in Jarlshof voor opnamen van een nieuwe aflevering van “The History of Schotland”.

 

 

Viking Longhouse

Viking Longhouse

 

 

Bovenaanzicht van een zogenoemd 'wheelhouse'

Bovenaanzicht van een zogenoemd ‘wheelhouse’

 

 

Bijgebouwen van een 'wheelhouse' Haard in het midden van een 'wheelhouse'

Bijgebouwen van een ‘wheelhouse’ Haard in het midden van een ‘wheelhouse’

Hierna gingen we in een stortbui richting Lerwick voor een paar stekkers en betere kaarten. We willen immers vinden wat we zoeken, zeker als het restanten van gebouwen of opgravingen betreft. 
Daarna gingen we onder een steeds blauwer wordende hemel terug naar de thuisbasis in Lower Voe. Onderweg viel het steeds weer op hoe bruintinten het landschap domineren. Dit in tegenstelling met de Faeröer eilanden waar groen de boventoon voert. Hele valleien en bergen/heuvels zijn bedekt met veen. Dit veen zorgt voor de bruine kleur. Ook het afstromende water is bruin tot zwart van kleur. Alleen in het zuiden van Mainland (het grootste eiland) is meer groen en veel minder veen en het afstromende water daardoor ook helder. 
Natuurlijk aten we weer in de Pierhead. Als voorgerecht nam ik mosselen en Alexander gepaneerde paddenstoelen/champignons. De mosselen waren de prijs zeker waard. De gepaneerde champignons (3 stuks) met knoflookmayonaise waren lekker, maar naar onze maatstaven relatief aan de prijs (6 euro). Alexander nam als hoofdgerecht coquilles (5 stuks) in champignon-wijn-room saus. Dat was smullen vers en voor een prijs die in onze ogen belachelijk laag was (13 euro). Ik nam een hoofdgerecht genaamd ‘gammon’ met ei. Het bleek een gerookte ham te zijn op een Spaanse wijze bereid. Voor mij iets te zout maar verder van hoge kwaliteit. Met de drank mee waren we ook nu het bekende bedrag van circa 35 pond kwijt.

Een monument voor omgekomen vissers

Een monument voor omgekomen vissers

18 mei
De dag begon met regen maar de BBC gaf aan dat het weer zou opknappen. We zouden die dag naar Mousa gaan. Dat is een eilandje met een vrijwel complete broch, alleen de bovenkant ontbreekt. Een broch is een versterkte woning. Deze zou omstreeks 2000 jaar oud zijn.
De tocht naar Mousa is een vaartocht in een open bootje met daar een verblijftijd van omstreeks 3 uur. Het eiland is onbewoond en een natuurreservaat. Op de heenweg naar de afvaarplek hadden we nog wat regen maar daarna werd het droog en brak de lucht op een aantal plekken open. Het vinden van de afvaarplek gaf de nodige problemen. We hadden geboekt, maar op de bevestiging noch op de website stond een adres of afvaarlocatie. De bordjes op de doorgaande weg leidden naar twee locaties. Op de ene was een mededeling te zien dat de afvaarten vertrokken van de andere locatie. Toen we daar aankwamen bleek de wachtkamer open en het bijbehorende informatiecentrum (onbemand) open. Toen de vertrektijd naderde en ik in de verste verte geen boot zag rees de twijfel en besloot ik aan iemand, die in de buurt aan het werk was, te vragen waar de boot zou vertrekken. Hij vertelde dat het de komende twee weken nog op de andere locatie zou zijn. We spoedden ons daar heen. Rare jongens die Shetlanders!
Bij het inschepen was er iets bijzonders te zien. In de haven zwom een zeehond rond die wel trek had in een visje. De schipper lokte hem een paar keer naar een steiger waar met grote voorzichtigheid een vis (kabeljauw) werd gevoerd. Het beest was zeker niet tam maar wel in voor een vis waarvoor hij niet hoefde te werken.

De overtocht was over ruw water. De boot schommelde geregeld hevig. Ook op de aanmeerplek zagen we een zeehond. Het eiland Mousa is vooral zompig en grotendeels bedekt met veen, maar vooral ook glad. Ik ging een keertje onderuit. Even daarna passeerden we de 60ste noorder-breedtegraad. Buiten een modderige broek bleef de schade beperkt. Advies: neem schoenen mee met een behoorlijk profiel. De broch en de natuur op het kale eiland is indrukwekkend. Hoe konden mensen in een tijd dat wij nog rieten hutjes bouwden zulke grote bouwwerken oprichten? Waarbij je moet bedenken dat er op z’n klein eilandje nauwelijks mensen konden wonen, gezien de beperkte mogelijkheid van voedselproductie. Op het eiland waren veel soorten vogels te zien en we spotten ook een groepje zeehonden die genoten van het zo nu en dan even doorgebroken waterige zonnetje. De overtocht terug was zo mogelijk nog ruwer. 
We gingen weer eten in de Pierhead. De buitenlucht was reden dat Alexander meer trek had dan anders en tweemaal het voorgerecht kipreepjes bestelde. Ik koos net als gisteren voor de mosselen. Alexander koos als hoofdgerecht, net als gisteren voor de scallops. Ik probeerde een gerecht met de naam Fishermans Galley Pie. Dit gerecht van ongeveer 10 euro smaakte uitstekend!! De keuze zeker waard.

Broch van Mousa uit de 1ste eeuw n.Chr.

Broch van Mousa uit de 1ste eeuw n.Chr.

 

 

Broch van Mousa uit de 1ste eeuw n.Chr. In de broch, in het midden een bron voor zoet water

Broch van Mousa uit de 1ste eeuw n.Chr. In de broch, in het midden een bron voor zoet water

 

 

De trap in de broch

De trap in de broch

 

 

Een reconstructie van een broch

Een reconstructie van een broch

19 mei
Vandaag zijn we Lower Voe uitgereden door via B9071 naar het zuiden te rijden om bij Bixter via de A971 naar Veensgarth en daar via de B9074 naar Scalloway te gaan. Op deze route hebben we tal van vergezichten en meren gepasseerd. We stopten met regelmaat en Alexander maakte veel foto’s. Langs de B9071 ter hoogte van de West Hill of Burrafirst stuitten we op een rij recent gestoken veenplaggen. De lokale bevolking mag voor eigen gebruik het veen nog steeds steken!

 

vers gestoken turf

vers gestoken turf

 

een heel lief lammetje

een heel lief lammetje

 

 Op de 60ste Noorderbreedte graad

Op de 60ste Noorderbreedte graad

In Scalloway hebben we het lokale museum bezocht. Een groot deel van de expositie ging over de Shetland/Noorwegen bus, de manier waarop het verzet in Noorwegen in 1940/45 werd ondersteund. Deze expositie was deze week geopend door de premier van Noorwegen. In de haven lag nog een Noors oorlogsschip. Daarna bezochten we de kasteelruïne die gelegen is nabij het museum. Het was geopend dus we hoefden niet op zoek naar de sleutel. Als het kasteel gesloten zou zijn, is de sleutel bij het museum te leen. In Scalloway was vandaag ook een car boot sale, maar in tegenstelling met wat de regelmatige BBC kijker in Nederland zou denken stelde het niet veel voor. Het was een 30 april rommelmarkt met pakweg 10 auto’s bemand met het gehele gezin.
Na Scalloway hebben we de eilanden Trondra en West en Oost Burra bekeken en gewandeld over het strandje bij Duncansclett dat het zuidelijke deel van West Burra verbindt met het noordelijke deel. Daarna zijn we terug naar ons huisje gereden waarbij we de route door Weisdale genomen hebben, de B9075, die leidt door het enige ‘bos’ van de Shetlands (Kergord Forest), een bosje van pakweg 50 bij 80 meter.

shetland19
Op de terugweg hebben we ook getankt en onder andere een exemplaar van de The Shetland Times gekocht. Dit is een wekelijkse krant met nieuws dat iedereen ‘raakt’! Zoals de volle maan (inclusief foto), de grootste opgeviste Sint Jacobschelp van 120 meter diepte enz. Maar ook rechtbank nieuws met onder andere de kop “Fined for stupidity”! Het ging over een 19 jarige die onder invloed van alcohol was gaan staan voor een zeer langzaam voortbewegend voertuig. Voor deze actie kreeg hij 200 pond boete, voor de andere misdragingen die in het vonnis werden mee genomen nog eens 250 pond. Een ander kwam goed weg nadat hij eveneens onder invloed van alcohol in de nacht luid roepend een bankje had omgeschopt, een misdraging waar 6 maanden gevangenis op staat, de Sheriff Court meende echter dat een verder strafoplegging niet nodig was omdat hij het afgelopen jaar zijn leven had verbeterd. We zullen niet meer mopperen over het nieuws in BN/deStem, wel over de gangbare strafmaten in Nederland. Zes maanden voor het omschoppen van een bankje! Dan zouden de gevangenissen in Nederland na een gemiddeld weekeinde van menig grotere stad al overbevolkt kunnen zijn.
Wat ons opvalt is het grote verschil tussen de Shetlands en de Faeröer eilanden als het gaat over kerken. Deze eilandgroepen liggen relatief dicht bij elkaar en vertonen veel gelijkenissen, maar zijn op de Faeröer eilanden de kerken de mooiste en opvallendste gebouwen van een dorp, op de Shetlands vallen ze niet echt op en is de staat van onderhoud veelal bedroevend. 
We hebben weer gegeten op ons vertrouwde adres in de Pierhead. Dit keer gingen we qua gerechten op herhaling.

Scalloway Castle

Scalloway Castle

 

De Great hall van Scalloway Castle

De Great hall van Scalloway Castle

20 mei
Vandaag hebben we het gebied op Mainland bekeken dat ten westen ligt van Twatt en Bixter. We hebben vrijwel alle wegen in dat gebied bereden en alle dorpen aangedaan. Hierbij definiëren we een dorp als er meer dan vier huizen zijn. Bijna al de dorpen kennen geen echte kern. Wat ook opvalt is dat we in dit westelijke deel van Mainland geen enkele levensmiddelenwinkel zijn tegen gekomen en geen enkele pinautomaat. Wel komen we op de gekste plaatsen, zelfs in een volkomen leeg buitengebied telefooncellen tegen. Op zich is dit niet verwonderlijk omdat we in een groot deel van dit gebied geen mobiel bereik hadden. Zonder auto is het wonen in dit gebied dus moeilijk. De mensen zijn vriendelijk en in het verkeer zeer voorkomend. Dat moet ook wel als passeren geduld en aanpassing vergt. 
Nu we de afvaartplaatsen voor de ferry’s hebben bezocht, weten we dat een bezoek aan Foula per schip en Papa Stour geen eenvoudige opgave is. Naar Foula kan je alleen per schip als je er ook twee nachten verblijft. Gezien het feit dat het een klein eiland is zonder opmerkelijke archeologie, zien we er deze vakantie van af. Bij de afvaartplaats naar Papa Stour was geen afvaartentabel te vinden, wel een telefoonnummer om te boeken. Ook voor dit eiland geldt dat alleen een kort bezoek de moeite waard kan zijn. Er is wel een opgraving geweest, maar wat er nog van te zien is kunnen we nu niet achterhalen.
Wat in dit gebied wel de moeite waard is, maar een stevige zompige wandeling vergt, is een bezoek aan Staneydale Temple! De resten van een steentijd bebouwing die vermoedelijk een religieuze betekenis had of de behuizing was van een hoofdman. Een andere site was Scord of Brouster, de resten van een steentijd bebouwing. Beide locaties zijn meer dan 5000 jaar oud.

De overblijfselen van de Staneydale tempel

De overblijfselen van de Staneydale tempel

We hebben weer gegeten op ons vertrouwde adres in de Pierhead. Dit keer gingen we grotendeels qua gerechten op herhaling, alleen Alexander zijn hoofdgerecht was voor ons nieuw. Hij had een kipgerecht, een soort ingepakte kip nuggets, het smaakte hem uitstekend maar hij vond het wat weinig als hoofdgerecht.

Graven van omgekomen vissers op het kerkhof van Lerwick

Graven van omgekomen vissers op het kerkhof van Lerwick

 

Zicht op de dorpjes Brake en Meal Zicht op Lerwick

Zicht op de dorpjes Brake en Meal

 

Zicht op Lerwick Vuurtoren op zuidpunt van Bressay

Zicht op Lerwick

 

Zicht op Lerwick

Zicht op Lerwick

 

Vuurtoren op zuidpunt van Bressay

Vuurtoren op zuidpunt van Bressay

21 mei
Deze dag verliep geheel anders dan we ons hadden voorgenomen. Een bezoek van onze huisbaas veroorzaakte een omgooien van ons oorspronkelijk plan om op zoek te gaan naar de mogelijk lopende opgravingen in het zuiden van Mainland. Hij vertelde dat hij over een half uurtje met zijn boot, samen met een monsternemer, een bezoek zou gaan brengen aan een paar van zijn percelen hangcultuur mosselen en vroeg of we zin hadden om mee te gaan. Natuurlijk stonden we een half uur later klaar op de pier. We vertrokken in zijn open boot vanaf de pier maar in plaats van naar zijn percelen te gaan, draaide de boot naar een drijvend platform dat een dertigtal meters vanaf de pier in het water van de Voe lag. In plaats van dat het een boothuis was, wat wij dachten, bleek het een hut waar een Vlaming bleek te verblijven, die al drie jaar op een traditionele manier een roeiboot aan het bouwen was. Eerst had Guido Claes zich het vak door veel praten met eilanders, die een dergelijke boot bezaten of hadden gebouwd, eigen gemaakt. Zijn werk zag er prachtig uit. De geheel houten boot met koperen nagels was een mooi stukje vakmanschap.

De boot van Guido Claes

De boot van Guido Claes

Daarna koersten we richting de mosselpercelen. Een leuke vaartocht waarbij Keith ons wees op de vele nesten tegen de rotsen waaronder dat van een ravenpaar. De monsters werden genomen en tevens wat extra kilo’s die, toen we op de pier stonden, voor ons bleken te zijn. Vanavond wordt het dus zelf koken in plaats van eten in de Pierhead.
We besloten naar Lerwick te gaan en nu de stad zelf te verkennen en om de noodzakelijke inkopen te doen voor een goede mosselmaaltijd. Het bleek een prachtig stadje te zijn met veel mooie kerken en andere gebouwen. De Town Hall van Lerwick is prachtig. Niet alleen van buiten, maar toen ik brutaal als ik ben, ook naar binnen ging en Alexander me na mijn roepen volgden bleek op aangeven van wat bleek de “hallkeeper” het gebouw een prachtige Council Chamber te bevatten met heel veel wapenschilden en glas in lood ramen.

Stadhuis van Lerwick

Stadhuis van Lerwick

 

De raadszaal in het stadhuis

De raadszaal in het stadhuis

Hoewel van buiten mensen niet uitgenodigd worden om binnen te gaan en het gebouw dus niet openbaar lijkt, werden we gastvrij ontvangen en werden alle vragen door ‘hallkeeper’ Billy uitgebreid beantwoord. De overheid in Lerwick heeft/neemt de tijd om gasten te ontvangen. De Town Hall van Lerwick is een bezoek zeker waard. In mijn ogen rechtvaardigt dit gebouw alleen al een bezoek aan de Shetlands.
Na thuiskomst deed Alexander zijn best om een excellente mosselmaaltijd te bereiden met de peen, prei, uien, peper, zout en peterselie. De echt verse mosselen smaakten heerlijk. Ik wist niet dat in mijn zoon een chef-kok huisde!

shetland30

22 mei
Vandaag zijn we naar het meest zuidelijke puntje van Mainland gereden om daar te kijken naar de tegen en in de rotsen nestelende vogels en mogelijk walvis- of dolfijnachtigen te spotten. De laatsten hebben we niet gezien, de vogels bij honderden, waaronder de Atlantic Puffin (papegaaiduiker), een merkwaardig vogeltje dat huist in de rotsen.

shetland35 shetland34 shetland36

Daarna zijn we opzoek gegaan naar lopende opgravingen. Die bij Toab, waarvan we luchtopnamen hadden gezien bleek reeds volledig afgesloten en het terrein was weer in gebruik genomen door een boer. De opgraving nabij Loch of Huesbreck waren de archeologen aan het afdekken. De opgraving zelf was wegens gebrek aan middelen stilgelegd. Alexander was in zijn nopjes een kreeg wat tips voor nadere bezichtigingen en er werd voor komende maandag een afspraak gemaakt voor bezoek en rondleiding op de opgraving bij Old Scatness. Daarna gingen we op zoek naar een broch bij Dalsetter Wynd (één van de tips). De wandeling naar de broch liet ik over aan Alexander omdat ik last had van een voet en lopen pijnlijk was. Ik wachtte in de auto. Hij had hem gevonden en gefotografeerd. Toen gingen we op zoek naar een ondergestoven kerkje aan de Channer Wick. Deze zoektocht verliep minder succesvol en we staakten na enige tijd de zoektocht. Morgen gaan we hier zeker naar terug om van een andere kant de wick te benaderen. 
We hebben weer gegeten op ons vertrouwde adres in de Pierhead. We gingen qua gerechten grotendeels op herhaling. Alleen ik nam dit keer een gepaneerde Haddock. Deze smaakte uitstekend.

De opgraving bij Browster House

De opgraving bij Browster House

23 mei
Vandaag was het weer een mooie zonnige dag. We worden verwend door de weergoden! Vandaag zijn we naar Leebitten/Sandwick gereden, omdat Alexander wou wandelen naar een broch die gelegen is recht tegenover de broch op Mousa. Ik bleef achter bij de pier omdat het lopen mij zwaar viel door de pijn in mijn linker voet. Nadat Alexander teruggekeerd was, hebben we via de A970 de B9122 genomen die ons onder andere naar Bigton bracht waar we ijsjes en koud water kochten bij de buurtwinkel (naar wij weten het enige winkeltje bezuiden Lerwick).

Een heel luxe bushokje

Een heel luxe bushokje Broch van Burraland

Broch van Burraland

Broch van Burraland

Daarna het strand tussen Mainland en Sint Ninian’s Isle bezocht en bewandeld. Dit is een uniek natuurlijk fenomeen. Het strand vormt de verbinding tussen twee eilanden, is ongeveer 100 meter breed (bij laag water) en circa 500 meter lang. Het water in de Sint Ninian’s bay (zuidkant) en de Bigton Wick (noordzijde) is op een zonnige dag als vandaag prachtig blauw. Als je de palmbomen er bij denkt zou je kunnen denken dat je op een tropisch eiland bent beland. De watertemperatuur van hooguit 8 graden doet je wel weer ontwaken uit die droom.
Op Sint Ninian’s eiland hebben we de restanten van een kapel bezocht waar in 1958 een echte schat werd gevonden. Na uren genoten te hebben van de mooie uitzichten zijn we weer naar ons huisje in Lower Voe gereden.
We hebben weer gegeten op ons vertrouwde adres in de Pierhead. Buiten de bekende gerechten heb ik deze keer ook om de dessertkaart gevraagd. Mijn keuze viel op een “Strawberry Crush” met ijs. Dit was wat mij betreft geen gelukkige keuze. Het betrof een soort gebak dat zo uit de diepvries leek te komen. Het feit dat we tot gisteren niemand een dessert hadden zien nemen was daar mee verklaard.

Het verbindingsstrand tussen Mainland en Sint Ninian's Isle

Het verbindingsstrand tussen Mainland en Sint Ninian’s Isle

Het verbindingsstrand tussen Mainland en Sint Ninian's Isle

Het verbindingsstrand tussen Mainland en Sint Ninian’s Isle

24 mei
Vandaag begon mistig en de zon had het de hele dag moeite om door te breken, we hebben hem dan ook nauwelijks gezien. Vandaag hebben we het noordwesten van Mainland verkend.
Vanaf Lower Voe hebben we de A970 tot het einde gevolgd. Iets ten noorden van Brae pikten we twee Franse rugzaktoeristen op die naar Hillswick wilden. Voor ons een kleine omweg, dus ze mochten mee. Nadat we hen hadden afgezet, keerden we terug naar de A970 en volgden deze verder naar het noorden. Voor ons deed het wat vreemd aan om een nationale hoofdweg te volgen die op een bepaald moment het karakter krijgt van een landbouwweg en letterlijk eindigt op een boerenerf. Maar voor het definitieve einde reden we langs een boerderij met de romp van een heus passagiersvliegtuig op het erf en nabij Isbister passeerden we een wei met zeker 15 alpaca’s. Wat deze Zuid-Amerikaanse beesten hier deden, was ons een raadsel. Vermoedelijk worden ze gehouden voor hun wol. Het Shetlandse gras smaakte hen uitstekend.

Ik heb geen auto op de oprit, maar een vliegtuig

Ik heb geen auto op de oprit, maar een vliegtuig

 

 

 Alpaca's op de Shetland Eilanden, een beetje vreemd

Alpaca’s op de Shetland Eilanden, een beetje vreemd

Op de heenweg was er een omleiding omdat aan de weg werd gewerkt. We werden via de B9079 geleid naar Ollaberry en daarna terug naar de A970. Nabij Leon kregen we een uitzicht aangeboden op de Quey Firth baai met een strandachtige situatie die veel weg had van het beeld bij Sint Ninian’s Isle, een zandbank splijt de baai binnen doormidden.
Op de weg terug over de A970 werden we bij Swinister weer afgeleid nu langs de Ronas Voe, een prachtige baai/fjord. Vlak voor Assater konden we met veel moeite (klimmen over een hek en lopen door weiland en grindstrandjes) “Hollanders Graves” bereiken. Dat is een klein gedenkteken voor de daar omgekomen Hollanders van het VOC schip het Wapen van Rotterdam dat in de Ronas Voe in de derde Engelse oorlog in 1674 werd veroverd door drie Engelse fregatten. De vermoedelijk meer dan 100 doden werden in een klein heuveltje begraven. Alexander herstelde de gedenkplaat ophanging, zodat de boel weer recht hing. We eerden onze helden en bedachten dat het triest was dat een dergelijk monumentje feitelijk vrijwel onbereikbaar is.

Gedenkteken voor de  omgekomen Hollanders van het VOC schip Het Wapen van Rotterdam

Gedenkteken voor de omgekomen Hollanders van het VOC schip Het Wapen van Rotterdam

We vervolgden onze weg naar het westen en sloegen vlak voor Braewick af richting Hamnavoe om ter plaatse een paar “Giants Stones” te bekijken, de ‘Giants’ waren een beetje een teleurstelling. Terug richting de B9078 richting Braewick kwamen we langs een uitspanning genaamd “Braewick Café” we besloten daar iets te eten en te drinken. De “Braewick burger” was een traktatie, mooi aangekleed en van echt kwalitatief goed vlees. Mijn warme chocolademelk was een verrassing. Hij was niet alleen met slagroom opgetuigd maar ook met mini marsmallows! 
Na Braewick sloegen we naar het zuiden af naar Tangwick. Daar bezochten we een lokaal museumpje. Hoewel opgetuigd met het boordje “geregistreerd museum” oversteeg het niet de verzamelwoede van een enkeling met geen smaak en een wel erg brede belangstelling, die zo nu en dan slechts beperkt aansloot bij de eigen omgeving.
Na deze teleurstelling gingen we naar de vuurtoren bij Loch of Framgord en volgde daar te voet de kust naar de prachtige kliffen en een kloof waar de zee via een onderdoorgang ook bezit van nam. De uitzichten en de omgeving zijn een bezoek meer dan waard. Tevens bekeken we de restanten van een broch ter plaatse. Daarna koersten we huiswaarts. Nabij Brae stuitten we op een waarschuwingsbord voor “otters crossing”.

shetland45

Dit leidde tot ons voornemen om ter plaatse een keer te gaan posten want die otters willen nu toch wel eens gaan waarnemen!
Moe van een lange dag besloten we niet uit eten te gaan maar ons te beperken met wat de inhoud van de koelkast ons bood.

Kliffen van Calder's Geo, Drid Gep, Scraada en Blackhead of Breigeo

Kliffen van Calder’s Geo, Drid Gep, Scraada en Blackhead of Breigeo

 

Calder's Geo Kloof

Calder’s Geo Kloof

shetland52

 

De holes of Scraada. Vanaf de kust loopt een grot die ruim 400 meter inlands uitkomt in deze kloof. Oorspronkelijk was de kloof door een natuurlijke burg in twee delen gescheiden totdat deze in 1873 instortte en er één grote kloof overbleef.

De holes of Scraada. Vanaf de kust loopt een grot die ruim 400 meter inlands uitkomt in deze kloof. Oorspronkelijk was de kloof door een natuurlijke burg in twee delen gescheiden totdat deze in 1873 instortte en er één grote kloof overbleef.

 

25 mei
De dag begon zeer mistig, tegen 12.00 uur beperkte de mist in Lower Voe zich tot de heuveltoppen aan de noordkant van de Voe. We besloten naar Lerwick te gaan voor boodschappen en pinnen. Het pinnen is iets raars op deze eilanden. Vrijwel nergens staan pinautomaten, behalve in Lerwick waar je in een straal van misschien 200 meter 6 pinautomaten kan vinden. Onderweg naar Lerwick bleek al snel dat de mist ten zuiden en oosten van Lower Voe heel wat hardnekkiger was en de zon niet in staat bleek deze te doen verdwijnen. Na de boodschappen hebben we ons voorgenomen programma maar compleet omgegooid en ons beperkt tot het gebied ten noordwesten van Brae, Mavis Grind.
Bij Mavis Grind raken de Noordzee (de Sullom Voe) en de Atlantische Oceaan elkaar bijna, de landengte er tussen is minder dan 100 meter. Recht onder het bord dat ons welkom heette in Northmavine staan een paar picknicktafels en informatieborden over dat gebied. Aan de voet van de kliffen is een klein natuurlijk aanlandingspunt dat met betonnen anti-landingsvaartuigenpunten is bedekt, een restant van de tweede wereldoorlog. Nabij de punt zou een “chambered cairn” en resten van een steentijd boerderij te vinden zijn. Na enig puzzelen en met de verrekijker de omgeving bestuderen, besloten we op zoek te gaan naar de steentijd objecten. Na een forse klim besloot ik dat ik op een steen ging zitten en Alexander alleen verder zou gaan. Mijn locatie gaf een goed uitzichtpunt op de voe (waarvan ik geen naam kon vinden) en de door Alexander te volgen route. Mijn zonnige plek was ook goed om eventuele otters te spotten. Alexander vond de resten van de steentijdbebouwing en spotte zelfs nog een zeehond in de voe. 
Na zijn terugkeer besloten we op zoek te gaan naar een plek die op de kaart als de Gazastrook werd aangeduid. We vonden de plek wel, maar helaas konden we geen bordje vinden met die naam. Een officieel bewijsstuk dat wij de “Gazastrook” bezocht zouden hebben kunnen we dus niet leveren.
Onderweg naar huis hebben we ook het eiland Muckle Roe aangedaan, dat middels een brug sinds 1947 verbonden is met Mainland. Die tocht gaf een aantal mooie uitzichten op de eilanden: Linga, Papa Little en Vementry. 
We eindigden de dag weer in de Pierhead, waar ik mij waagde aan wat op de kaart stond als de 8 Engelse onsjes steak. Alexander nam een licht hoofdgerecht, zodat hij mij kon helpen met het verorberen van de forse steak. Deze ‘8 ons’ steak was zeker de moeite waard en smaakte uitstekend.

Eén van de mooie klifformaties

Eén van de mooie klifformaties

26 mei
De dag begon mistig maar rond Lower Voe knapte het weer rond 8.00 uur snel op en het beloofde een mooie zonnige dag te worden. We besloten het Nesting gebied te verkennen. Globaal volgde we de B9076 en weken geregeld af om de dorpjes in dit gebied nader te bekijken. Bij Kirkabister zochten we het gebied rond de Hill of Neep af omdat één van de beschikbare kaarten daar een steentijd fort situeerde. Helaas hebben we ondanks een wandeling door een mistig gebied van circa 1,5 uur de resten van het fort niet kunnen vinden. We moesten met regelmaat pauzeren omdat het zware moerasachtige terrein en de steile hellingen veel van onze energie vergde. 
Bij Laxo gingen we rechts de B9071 op richting het Lunnasting gebied. Daarbij kwamen we langs het Cabin museum, we besloten daar een kijkje te nemen. Het museum bleek de verzameling van militaria van de vader van de huidige beheerder te zijn. Met speciale aandacht voor de rol van Shetland en de Shetlanders in de tweede wereldoorlog, waarin de Shetland/Noorwegen bus ruim vertegenwoordigd is. Voor mensen met interesse voor dit onderwerp is dit museum iets wat je niet mag missen. De verzameling is met veel liefde samengesteld en voorzien van heel veel informatie en persoonlijke achtergronden.

De militaria in het Cabin museum

De militaria in het Cabin museum

We stopten daarna bij Lunna House, de locatie van waar de Shetland/Noorwegen bus werd geleid en in stand gehouden gedurende de oorlog. Maar het huis en de omgeving staat vooral voor de geschiedenis van de Hunter familie die dit gebied beheerste. In het landschap zijn de sporen daarvan nog steeds zichtbaar. Het huis staat op een heuvel en vanaf de voorzijde van het huis liep een recht pad met veel traptreden op de hellingen naar een hogere heuvel met daarop een bouwwerk vanwaar de Laird zijn ondergeschikten in de gaten kon houden en kon zien of de vissers ‘zijn’ bezit, niet elders hun vangst, aan land brachten. Het meest opvallende is een poort met daarnaast in de muur traptreden. De poort was voor de Laird van de Hunter familie en het gewone volk moest via de trap over de muur. Wat een klassenmaatschappij!

Het Lunna House van de Hunter familie met poort voor de Laird en de traptreden voor het gewone volk

Het Lunna House van de Hunter familie met poort voor de Laird en de traptreden voor het gewone volk

Alexander ging daar ook naar de restanten van een oven kijken. Toen hij erg lang weg bleef ging ik naar hem op zoek. Hij observeerde het gedrag van een zeehondbaby (op een mini eilandje in de West Lunna Voe) en de moeder in het water. 
Ik was moe en we besloten naar huis te rijden en de rest van het schiereiland de Lunna Ness morgen te gaan bekijken.
Voor het avondeten gingen we weer naar de Pierhead. Daar wachtte ons niet de overwegend rustige pub die we gewend waren. Drie bussen met veelal verklede jongeren, deels op een vrijgezellentour, deel op een zaterdagavond toer langs de pubs op het eiland. Het geluk is dat die tochten echt van pub naar pub gaan. Ze blijven dus niet hangen, na een dik uur was de pub weer de rustige uithangplek van verdwaalde toeristen, buurtgenoten en werkers van buiten de eilanden bij de olieopslag. We aten het gebruikelijke. Alleen Alexander ging zich te buiten aan een Chinese kip curry. Hoewel deze curry erg gekruid was en het een loopneus veroorzaakte, smaakte het hem uitstekend.

27 mei
Vandaag zijn we teruggereden naar het schiereiland Lunna Ness om op zoek te gaan naar de Stones of Stofast. De aangegeven route was een wandeling door moerassig gebied, zelfs de heuveltoppen waren door het veen moeilijk begaanbaar en waren doorsneden met waterloopjes die grotendeels met nog drassiger veen gevuld waren. Het was vaak zoeken naar het vinden van een pek voor de oversteek. Ook de temperatuur van 20 graden maakte de wandeling zwaar. Toen we de rotsformatie gevonden hadden was het zoeken naar het beloofde ‘beeld’: de contouren van een gezicht. Onder een bepaalde hoek bekeken leverde het inderdaad een profiel op zoals van de beelden op Paaseiland.

shetland55

We besloten tot een afkoeling in de schaduw van de rotsen voor we begonnen aan de terugtocht. Voor de terugtocht kozen we bewust een andere route met minder veen. Hier bleken de problemen om waterlopen over te steken nog groter en maakte ik een behoorlijk smak toen mijn rechterbeen tot mijn knie in een door begroeiing afgedekt konijnenhol verdween, gelukkig heb ik er niets bij gebroken en bereikten we, na menig hekje overwonnen te hebben, veilig maar moe en warm de auto. 
Daarna reden we terug in de richting van ons huisje om de A968 te nemen richting Mossbank waar de veerboot is naar Yell. We volgden deze nationale route tot hij eindigde bij de veerboot. Daarna volgden we een weggetje naar een boerderij met de naam Brough omdat daar de resten van een broch te zien zouden zijn. Maar van wat eens een trotse broch was, bleek nauwelijks iets over. We reden terug naar de A968 en sloegen nabij de olieterminal met de naam Sullem Voe (naar de voe waaraan die ligt) af richting Brae, de B9076. Aan de noord-westzijde van deze weg ligt het vliegveld Scatsta Airfield. Een vliegveld dat voornamelijk functioneert als zakenvliegveld ten behoeve van de olieterminal.
Vandaag, op onze voorlaatste hele dag op de Shetland eilanden, hebben we bijna het hele eiland Mainland afgewerkt. Volgend jaar gaan we, bij leven en welzijn, de andere eilanden verkennen.
We aten weer in de Pierhead. Alexander ging geheel op herhaling en ik koos voor de Stroganoff van varkensvlees met champignons en pepersaus. Het bleek geen slechte keuze.

28 mei
Vandaag is de laatste hele dag op de eilanden. We hebben de opgravingexpositie Old Scattness bezocht. Een mooie site waar de resten en herbouwde huizen uit de steen- en ijzertijd te bezichtigen en te beleven zijn. Een ‘niet te missen’ expositie! Alexander sprak uitgebreid met de bij recente opgraving betrokken archeologen en kreeg een uitnodiging om bij een actuele opgraving op de Orkney eilanden te komen helpen. Dit jaar zal dat er niet meer van komen, maar misschien volgend jaar wel.

Old Scattness

Old Scattness

 

 

Old Scattness

Old Scattness

Daarna bezochten we het crofthouse museum. Het is in feite crofthouse en watermolen zoals deze er in de 19e eeuw uitzagen, inclusief inrichting. Dit museumpje is een bezoekje zeker waard, wel goed opletten bij iedere deuropening want die zijn erg laag.
Daarna gingen we terug naar Lower Voe voor onze laatste avond op de eilanden.

We aten, zoals gebruikelijk de laatste 14 dagen, in de Pierhead. Alexander ging voor een courgette soep die hem goed smaakte en voor de mosselen die hij al eerder had gegeten. Ik ging voor de mosselen als voorgerecht en voor een monkfish in botersaus. De monkfish zou zeeduivel zijn. Wat het ook was, het smaakte uitstekend!

29 mei
Vandaag de thuisreis. We zijn omstreeks kwart voor vijf in de morgen vertrokken uit ons huisje in Lower Voe. Verkeer is er op dit vroege uur nauwelijks. Omstreeks 5.40 uur bereikten we het vliegveld Sumburgh. Twee uur voor het vertrek van het eerste vliegtuig. Het onze! Er kan pas vanaf 6.30 uur worden ingecheckt,zo blijkt al snel. Je ziet het ze denken: ‘rare jongens die van het continent’. Het vliegtuigje vertrekt vroeger dan de aangegeven tijd. Onder het motto: we zijn er allemaal dus waarom zouden we wachten. Met de wind in de rug komen we bijna 25 minuten eerder aan in Edinburgh. Nu begint het lange wachten. Onze vlucht naar Schiphol vertrekt pas om 17.55 uur. Na wat rondlopen, installeren we ons op twee ligstoelen met uitzicht op de vertrekpieren van de prijsvechters. Er valt weinig te beleven. 
Als we ons om circa 17.00 uur richting vertrekpier van onze KLM vlucht begeven, blijkt er uiteindelijk een vertraging van ongeveer 10 minuten. We hebben wel erger meegemaakt. De KLM leverde ons keurig af op Schiphol. Op de koffers moest aanzienlijk langer gewacht worden dan op Sumburgh. Maar Schiphol is dan ook een maatje groter.
De rit naar huis en Ank verliep voorspoedig. De snelweg liet me snel weer wennen aan rechts rijden. Voor mij toch iets logischer dan links.

Met vriendelijke groet,

Louis van der Kallen.