OVERPEINZINGEN II

 


OVERPEINZINGEN RECHTZAAK ‘SCHENDING AMBTSGEHEIM‘ II

Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik, mede om financiële redenen, eind jaren tachtig tegen de ontwikkeling van de Markiezaten stemde en tegen die ontwikkeling bleef?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik van het begin af aan tegen de ontwikkeling van de Bergse Haven stelling nam vanwege de grote financiële risico’s?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik in de raadsvergadering van oktober 2008 een motie indiende met het dictum:

“Verzoekt het college middels een rapportage aan de gemeenteraad aan te geven hoe het risicoprofiel van de gemeente door voornoemde ontwikkelingen verandert en of, en zo mogelijk, hoe dit dient te leiden tot aanpassingen van de grondexploitaties binnen de gemeente Bergen op Zoom waar de gemeente direct of indirect risicodrager is. Alsmede duidelijkheid te verschaffen inzake of en eventueel welke prestatieafspraken er gemaakt zijn met de drie sociale verhuurders en of die afspraken in het huidige tijdsgewricht nog steeds zowel voor de verhuurders als de gemeente haalbaar zijn” die het college onnodig vond?

Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik in de zomer van 2009 met een mondeling beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) inzage in alle stukken vroeg met betrekking tot de projecten Markiezaten en Bergse Haven?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik op 15 juli 2009 met de toenmalige gemeentesecretaris de afspraak maakte welke “werkwijze” gevolgd zou worden bij het aanleveren van de stukken die ik met betrekking tot dat verzoek ter inzage zou krijgen?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik op 17 juli 2009 een mail ontving met als onderwerp “werkwijze verzoek raadslid” met een bijlage met als titel “werkwijze” en als kopje “Afspraken ter behandeling van het verzoek van raadslid L.v/d Kallen tot inzage dossiers Bergse Haven” met o.a. de tekst “De dossiers worden ter controle voorgelegd aan het aanspreekpunt RO (Controle: is het dossier compleet en voldoet het aan de eisen van de WOB)” en toen tot de gedachte kwam dat ik alleen stukken zou krijgen waarop geen geheimhouding of geen geheimhouding meer zou rusten omdat bij een verlies van meer dan 40 miljoen euro openbaarheid om te komen tot leren en tot verantwoording logisch zou zijn?

Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik veronderstelde dat indien één der betrokkenen, die alle persoonlijk waren geïnformeerd door de verzender van die mail, het met die werkwijze niet eens zou zijn dat dan zou moeten melden?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik naar aanleiding van de ontvangst van een bijlage met als kopje “Afspraken” dacht dat dit DE afspraken waren?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik veronderstelde dat van een eventueel verslag van een gesprek alle deelnemers aan dit gesprek wel een kopie zouden ontvangen en als je dat niet ontvangt je mag veronderstellen dat er geen verslag is?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik in het kader van mijn controlerende taak als raadslid bij een verlies van toen meer dan 40 miljoen onderzoek ging doen en als gevolg daarvan op 21 september 2009 62 vragen stelde?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik binnen enkele dagen daarna een verslag ontving waarin ik mij nauwelijks kon herkennen en dat verslag plotseling “afspraken” bevatte die ik zelfs nooit zou maken?

Was en ben ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot wanneer ik de opvatting heb dat de inhoud van een gespreksverslag vastgesteld zou moeten worden door alle deelnemers?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik verwachtte dat, voordat er aangifte tegen een raadslid werd gedaan, de ‘Kroonbenoemde voorzitter van de gemeenteraad’ op de hoogte was van alle stukken die op die aangifte betrekking konden hebben?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik op de dag van de aangifte aan die Kroonbenoemde vroeg “kent u de mail van Quispel“, ik niet het ontwijkende antwoord verwachtte “ik ken het hele dossier”, maar ik een helder ja of nee verwachtte?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik in januari 2010 een briefje stuurde aan het Openbaar Ministerie (OM) hoe het stond met de afhandeling van de aangifte?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik op 25 september 2010 aan het college van B&W een briefje zond met de volgende tekst:
“Met belangstelling heb ik kennisgenomen van uw brief U10-034960, waarin u mij mededeelde dat ‘het Openbaar Ministerie u deze week geïnformeerd heeft dat ze de zaak met betrekking tot het openbaar maken van, naar uw mening, geheime informatie vervolgingswaardig vindt’.

Ik wens echter van uw aanbod om middels een overleg te bezien welke andere weg er eventueel is, geen gebruik te maken. Ik zie een eventuele vervolging en een openbare behandeling van deze zaak met pijn in mijn hart maar met inzet voor de openbaarheid van bestuur en de verantwoordingsplicht van openbare bestuurders met vertrouwen tegemoet.”?

Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik op 7 april 2011 in een gesprek met de plaatsvervangend Hoofdofficier van Justitie stelde: “als u meent een zaak te hebben moet u deze voor de rechter brengen”?
Was ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot toen ik dacht dat de zaak zo helder was als glas? Ik had een beroep gedaan op de WOB en dat was middels de mail van 15 juli 2009 wat mij betrof bevestigd en afdoende vastgelegd!

De bovenstaande vragen moeten in het licht van de praktijk van vandaag bevestigd worden.
De meervoudige kamer van de rechtbank te Breda (schuldig zonder staf) en het Hof te ’s-Hertogenbosch (schuldig met de strafoplegging 500 euro boete).
Wat mij het meest verbijstert en grieft is dat het Hof mijn beroep op de WOB als “ongeloofwaardig” heeft verworpen. De waarheid is als ongeloofwaardig afgedaan in een Nederlands gerechtshof! Merkwaardig vind ik de zin in het arrest: “Het Hof houdt er rekening mee dat zijn optreden, en dat van Burgemeester en Wethouders, zal zijn beïnvloed door de naderende gemeenteraadsverkiezingen.” Niemand heeft dat tijdens de rechtzaken naar voren gebracht! Ik vat die zin op als een minachting van mijn handelen, ik onderzocht en stelde vragen over een verlies van toen meer dan 40 miljoen en dat heeft niets met verkiezingen te maken, dat is gewoon de taak van een raadslid!

Als naïeve onnozele nieuweling in de praktijk van de Nederlandse rechtspraak heb ik veel geleerd.
Het OM en de politie nemen verklaringen van ambtenaren zonder doorvragen als waar aan. Aan waarheidsvinding wordt alleen richting de ‘verdachte’ iets gedaan. Evidente tegenstrijdigheden worden niet onderzocht.
Ondanks de ‘moderne’ middelen zoals de mogelijkheid van digitale opnames van de zittingen werkt men met een procesverbaal opgesteld door een griffier. Waar persoonlijke interpretaties tot merkwaardige bemerkingen kunnen komen. Waar nuanceringen en toegevoegde elementen verdwijnen en dit soms op cruciale onderdelen. Als voorbeeld: ik heb mij niet verbaasd over het niet ‘geheim’ gecodeerd zijn van een stuk. Het verbaasde mij dat een stuk dat door de aangever als ‘zeer vertrouwelijk’ was aangemerkt en dit hierop niet vermeld was. Wel heb ik op een vraag van de voorzitter van de rechtbank geantwoord dat ik mij kon voorstellen dat een dergelijk stuk ten tijde van de totstandkoming vertrouwelijke informatie kon bevatten.
Geen woordelijk verslag maar een samenraapsel van een griffier vormt anno 2012 nog steeds het procesverbaal waarop rechters, ook hogere, hun besluitvorming mede baseren!
Buiten mij vindt niemand het vreemd dat een betrokkene met een haar toegedachte wezenlijke taak (Controle: is het dossier compleet en voldoet het aan de eisen van de WOB) de aangifte heeft gedaan. Voor mij onethisch!

Ik schijn van een andere wereld te komen.
Voor mij is controleren een basis taak van een raadslid. Als ik niet gedaan zou hebben wat ik heb gedaan (onderzoek en vragen stellen naar een verlies van nu al omstreeks 73 miljoen op de Markiezaten en de Bergse Haven) zou ik mijn taak verzaakt hebben.

Ik heb ook meer kennis opgedaan over hoe de Nederlandse wetgeving rond geheime informatie in elkaar steekt. Die is erop gebaseerd dat iedereen netjes zijn werk doet en handelt volgens de normen die ten aanzien van transparantie en geheimhouding gesteld zijn (artikel 10 WOB).

Dat blijkt simpelweg niet de praktijk. Ja, geheimhouding wordt soms terecht en binnen de normen van artikel 10 van de WOB opgelegd, maar ook om simpelweg het eigen falen of dat van partij- of coalitiegenoten te verbergen. Het is niet zo dat een onafhankelijk persoon of instituut de geheimhouding oplegt/vaststelt of controleert, nee dat doet een politieke meerderheid in de gemeenteraad of provincie. En dat maakt het mogelijk dat bestuurders die falen er mee wegkomen en de burger uiteindelijk het gelag betaalt.

Tegen de naïeve onnozelaar c.q. Don Quichot Louis wordt aangifte gedaan. Niet omdat hij geheimen onthult, maar naar zijn gevoel om hem te knevelen (te beletten verder in het openbaar stukken te brengen/te bespreken) die de belangen van falende bestuurders kunnen schaden.

Voorbeelden:

  • Mr.P.G.A Noordanus heeft eerst maanden voor een dagvergoeding waar menig mens een maand voor moet werken de gemeente geadviseerd met als eindconclusie: projectontwikkelingsmaatschappij AM is de beste partij voor de gemeente om nog geen jaar later van die maatschappij interim-bestuursvoorzitter te worden. Intussen is hij burgemeester geworden van Tilburg (op 21 september 2009, mijn vraag nummer 26).
  • Burgemeester van der Velden kreeg het advies niet meer te betalen voor Nedalco dan “hooguit 30 tot 35 miljoen” bij zijn onderhandelingen kwam er meer dan 70 miljoen uit (op 21 september 2009, mijn vraag nummer 46). Intussen is hij burgemeester geworden van Breda.
  • De planologisch verantwoordelijke wethouder, onder wiens beleid de plannen voor de Markiezaten en de Bergse Haven tot stand kwamen, was Giel Janssen. Intussen is hij burgemeester geworden van Halderberge.
  • Het hoofd RO die volgens de ‘werkwijze” was aangewezen voor de taak “controle: is het dossier compleet en voldoet het aan de eisen van de WOB” mag de nieuwe gemeentesecretaris worden van Halderberge.

 

Ben ik een naïeve onnozelaar of Don Quichot? In de ogen van velen vast! Maar ik ben ook een vasthouder/klokkenluider die blijft strijden voor de rechten van gemeenteraadsleden. De vonnissen beschouw ik dan ook voorlopig maar, om mij zelf te kietelen, als Geuzen vonnissen. De vonnissen bevestigen de kneveling die mij belemmeren mijn ambt naar behoren te vervullen.

Ik moet dus in cassatie anders kan ik straks niet naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) met een klacht gericht op de praktijk van ‘geheimen‘ in de Staat der Nederlanden. Ook al kan dat mij en mijn gezin wel meer dan het twintigvoudige van de boete kosten en levert dat veel stress op. Het is noodzakelijk om ook in Nederland, dat zich voorstaat een transparante democratie te zijn, artikel 10 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) inhoud te geven zodat ik en toekomstige generaties van raadsleden hun taken naar behoren uit kunnen voeren en falende bestuurders weten dat zij zich niet blijvend kunnen verschuilen achter door meerderheden opgelegde geheimhoudingen die qua motieven strijdig zijn met artikel 10 van de WOB.


 

 

Reacties zijn gesloten.